Publicatiedatum 03-03-2024 Laatst gewijzigd 07-03-2024
In 1975 braken Bruce Springsteen & The E Street Band op een spectaculaire manier door dankzij het album Born To Run. Een succes dat later nog eens ruimschoots overtroffen werd met Born In the USA. De zanger kreeg het allemaal niet voor niets. Al vanaf het midden van de jaren zestig zat hij in verschillende bands, waarmee hij eindeloos veel optredens deed. Een terugblik op het verleden van de Boss.
Voor veel Amerikanen is 9 februari 1964 nog altijd een magische datum. Op die dag waren The Beatles voor het eerst te zien op de Amerikaanse televisie, als gasten van de populaire show van Ed Sullivan. In de pers waren er al zoveel opgewonden verhalen over het viertal uit Liverpool verschenen, dat zich op de bewuste avond liefst 73 miljoen kijkers voor de zwart-wit buis nestelden – een record dat nog altijd ongebroken is. De culturele impact was enorm. Het was de explosie van de Beatlemania die die ook Amerika jaren in de greep zou houden. Die ene uitzending maakte echter nog veel meer los. De beelden van die vrolijke en energieke band inspireerde vele duizenden Amerikaanse jongeren om zelf een popgroep te beginnen. Little Steven van Zandt, de latere gitarist van de E Street Band, was een van hen. Hij weet nog goed waarom The Beatles zo’n indruk op hem maakten. “In Amerika waren we zangers en zangeressen gewend. Solisten, doorgaans keurige types. Entertainers. The Beatles waren uit een heel ander hout gesneden. Je zag dat het vrienden waren. Ze vormden een gang en beleefden samen de wildste avonturen. Toen ik hen zag optreden wist ik zeker: dat ik wil ook. Niet veel later kocht ik mijn eerste gitaar.”
Zonder dat hij zich ervan bewust was, had een piepjonge Bruce Springsteen het tv-optreden van The Beatles ook ondergaan als een openbaring. Net als Steven van Zandt kocht hij in de weken daarna zijn eerste gitaar. Als lid van de band The Rogues stond hij niet veel later voor het eerste van zijn leven op het podium, in zaaltjes in zijn woonplaats Freehold, New Jersey. In de jaren daarna dook hij op in andere groepen, zoals The Castiles, Earth, Steel Mill, Dr. Zoom & The Sonic Boom, Sundance Blues Band en The Bruce Springsteen Band. Er werd vooral veel opgetreden. Met The Castiles nam hij wel twee nummers op, maar die verschenen pas in 2016 op de Springsteen-compilatie Chapter And Verse, die naar aanleiding van zijn autobiografie verscheen.
Het was al in 1965 dat hij kennismaakte met Little Steven van Zandt die met zijn eigen band The Shadows – niet te verwarren met de begeleidingsband van Cliff Richard – dezelfde clubs en schoolfeestjes onveilig maakte als Bruce Springsteen. Ze gingen voor het eerst echt samenwerken in Steel Mill, waarmee ze veel optraden in de clubs en kroegen in en rond New Jersey. In het voorjaar van 1969 maakte John Lyon kennis met Bruce Springsteen. In de jaren zeventig leerde de wereld John kennen als Southside Johnny, een van de aardsvaders van de New Jersey scene. “Ik repeteerde met wat vrienden in de Upstage Club in Asbury Park, New Jersey. We hadden geen vaste band. Muzikanten arriveerden aan, om na verloop van tijd ook vaak weer te verdwijnen. Het viel dan ook nauwelijks op wanneer er een nieuw gezicht opdook. Bij Bruce was dat anders. Het begon al met zijn instrument. Toen hij binnenwandelde, hield hij bijna achteloos een prachtige, blonde Gibson in zijn handen. Er was nog iets dat opviel. Bruce was een tengere jongen, maar hij oogde veel groter. Dat had met zijn houding te maken. Hij was heel zelfverzekerd. Toen al had hij het charisma waarmee hij later stadions zou vullen. Hij had nog niets laten horen. Geen noot had hij gespeeld. We wisten niets eens hoe hij heette. Toch dacht iedereen hetzelfde: deze jongen gaat het ooit helemaal maken.”
Dat gebeurde natuurlijk ook, alleen kreeg de ambitieuze muzikant het succes bepaald niet cadeau. ’s Avonds speelde hij in een van de clubs in New Jersey of New York of waar ze hem en zijn band van het moment ook maar wilden hebben. Overdag probeerde hij bij te komen van het moordende concertschema en gebruikte de flarden energie die overschoten om te werken aan een gestaag groeiende collectie songs. Liedjes als The War Is Over, The War Songs en We’ll All Man The Guns waarmee hij zich afzette tegen de voortwoekerende Vietnamoorlog. Vrienden van hem werden opgeroepen, sommigen kwamen niet terug. Zelf ontsprong hij de dans nadat hij afgekeurd werd. Ondertussen droomde hij ervan om ooit een groot publiek te bereiken met zijn muziek.
Wat de concerten betreft lukte dat rond 1970 al heel aardig. Steel Mill was een geliefde live attractie vanwege de stoere rock en de uitgesponnen improvisaties. The Allman Brothers Band was destijds een van de inspiratiebronnen. De groep trad zelfs op in Californië en in de eigen regio liep het bezoekersaantal soms op tot de 5000. Het leidde zelfs tot een aanbod van het Fillmore Records van de bekende concertpromotor Bill Graham, maar om zakelijke redenen ging die deal niet door: Springsteen weigerde afstand te doen van het eigendom van zijn songs. Vroeg in 1971 bekroop hem het gevoel dat Steel Mill een blok aan zijn been aan het worden was. De gages voor de optredens waren aantrekkelijk. Bruce Springsteen wist echter dat hij alleen verder moest als hij zijn vleugels werkelijk uit wilde slaan. In januari 1971 vond in The Upstage Club het laatste optreden van Steel Mill plaats.
Tijd om in een zwart gat te vallen, had de zanger nauwelijks. Met hernieuwde ijver ging hij verder met het componeren van songs. In november 1971 legde hij zijn lot in de handen van nieuwe managers, Mike Appel en Jim Cretecos, een duo met goede contacten in de muziekwereld. Zij wisten na enig aandringen de belangstelling te wekken van John Hammond, de dan almachtige A&R manager en producer van platenmaatschappij Columbia. Hij had gewerkt met veel grote jazzartiesten, maar was ook degene die Aretha Franklin en Bob Dylan getekend had.
Een eerste auditie in New York wekte de belangstelling van John Hammond, al had hij twijfels over de songs. Toen Bruce Springsteen en zijn managers enkele maanden later terugkeerde met een hele reeks nieuwe composities realiseerde de talentscout dat hij een bijzondere artiest tegenover zich had. Omdat hij ook graag wilde weten hoe de zanger tijdens een optreden overkwam, werd een showcase georganiseerd in de Gaslight AuGoGo club in Greenwich Village, een kunstenaarswijk in Manhattan. Het in alle haast opgetrommelde publiek reageerde enthousiast. Bruce Springsteen zong en speelde alsof zijn leven er van afhing. John Hammond had maar een half uurtje nodig. Hij troonde de jonge zanger naar buiten en vertelde Bruce Springsteen dat er wat hem betreft een deal met Columbia in het verschiet lag. Er was nog maar een barrière te slechten: Clive Davis, de baas van de platenmaatschappij. Ook verzoek van Hammond nam Springsteen een twaalftal akoestische versies van zijn nummers op, die op een lakplaat werden gesneden. Ze leidden tot een nieuwe auditie in New York. Al halverwege het eerste nummer wist ook de ervaren Clive Davis dat Bruce Springsteen een zanger was met een enorme innerlijke drive, een uniek talent als componist en een heel oorspronkelijke tekstschrijver. In het voorjaar van 1972 werden de contracten getekend, in de zomer begonnen de opnamen van wat het eerste album van Bruce Springsteen zou worden: Greetings From Asbury Park, N.J..
We publiceerden ook Bruce Springsteen: het Vervolg, Bruce Springsteen: de Opkomst en Bruce Springsteen: de Top
Billy Joel is de pianoman van de popmuziek. Gezeten aan de toetsen zingt hij over lief en leed, maar ook over traumatische episodes in de Amerikaanse geschiedenis. Zijn geliefde...
In het hart van de jaren 60 wordt Veronica het favoriete radiostation van een hele generatie jongeren die zich niet langer de wet laat voortschrijven. Het geluid van de vrijheid,...
Heel wat artiesten verwerkten in de loop der jaren het verdrietige einde van een relatie in een song of een compleet album. De ultieme echtscheidingsplaat is nog altijd Rumours...